Voor sommige autobezitters die in de winter in koude en besneeuwde gebieden of landen wonen, is het belangrijk om hun banden te vervangen om de grip te verbeteren wanneer de winter aanbreekt, zodat ze normaal op besneeuwde wegen kunnen rijden. Maar wat is het verschil tussen winterbanden en gewone banden die op de markt zijn? Laten we eens kijken.
Winterbanden zijn banden die geschikt zijn voor temperaturen onder de 7 °C. De rubbersamenstelling is veel zachter dan die van all-seasonbanden. Ze behouden een goede elasticiteit bij lage temperaturen en hebben een goede grip bij normaal winterweer. Normaal gebruik in de sneeuw is echter niet mogelijk en de grip zal aanzienlijk afnemen.
Winterbanden verwijzen doorgaans naar producten die worden gebruikt op besneeuwde wegen, ook wel bekend als spikes. Dit type band, ingebed in een rubberblok, kan de ondergrond met minder grip aan. Vergeleken met gewone banden hebben spikes een speciaal ontwerp dat de wrijving op ijs en besneeuwde wegen verhoogt. Het voordeel hiervan is de verbeterde begaanbaarheid en veiligheid van ijzige en besneeuwde wegen. Het loopvlakmateriaal van spikes is daarom ook erg zacht. De geformuleerde silicacompound rubberformule kan nauwer contact maken met het gladde ijsoppervlak, waardoor er meer wrijving ontstaat dan bij all-seasonbanden en winterbanden. Bij temperaturen lager dan 10 °C wordt het oppervlak van de winterband zachter, wat zorgt voor een betere grip.
Bovendien presteren spikes in de sneeuw veel beter dan gewone winterbanden en is de remweg korter, wat de veiligheid ten goede komt.
Als de weg in uw omgeving besneeuwd of bevroren is, raden wij u daarom aan om banden met noppen te gebruiken, uiteraard in overeenstemming met de lokale wet- en regelgeving, omdat noppenbanden nog steeds zeer schadelijk zijn voor de weg. Rijdt u alleen op een weg zonder of met weinig sneeuw, dan zijn gewone winterbanden voldoende voor de meeste wegomstandigheden.
Plaatsingstijd: 29-10-2021