• bk4
  • bk5
  • bk2
  • bk3

Als u onderweg bent en uw band lek is, of als u na een lekke band niet naar de dichtstbijzijnde garage kunt rijden, hoeft u zich geen zorgen te maken. U hoeft geen hulp in te schakelen. Meestal hebben we reservebanden en gereedschap in onze auto. Vandaag laten we u zien hoe u zelf een reserveband kunt vervangen.

1. Ten eerste, als onze auto op de weg rijdt, moeten we, voordat we zelf het reservewiel verwisselen, de gevarendriehoek aan de achterkant van de auto plaatsen, zoals vereist. Hoe ver moet de gevarendriehoek achter de auto worden geplaatst?

1) Op conventionele wegen moet de afstand tussen de 50 en 100 meter achter het voertuig zijn;
2) Op de snelweg moet de afstand tussen de achterzijde van het voertuig en de parkeerrem 150 meter zijn;
3) Bij regen en mist dient de afstand vergroot te worden tot 200 meter;
4) Bij plaatsing 's nachts moet de afstand met ongeveer 100 meter worden vergroot, afhankelijk van de wegomstandigheden. Vergeet natuurlijk niet de dubbele zwaailichten van het alarmsysteem van de auto in te schakelen.

2. Haal het reservewiel eruit en leg het opzij. Het reservewiel van onze personenauto ligt meestal onder de kofferbak. Controleer of de spanning van het reservewiel normaal is. Wacht niet tot er een lekke band is en u het moet vervangen voordat u zich realiseert dat het reservewiel lek is.

3. Het is raadzaam om te controleren of de handrem goed is aangetrokken. Als de auto met automatische transmissie in de P-versnelling staat, kan de auto met handgeschakelde versnellingsbak in elke versnelling worden gezet. Pak vervolgens het gereedschap en draai de lekkende bandschroef los. U kunt deze mogelijk niet met de hand losdraaien, maar u kunt er wel volledig op trappen (sommige auto's gebruiken antidiefstalschroeven en hiervoor is speciaal gereedschap nodig. Raadpleeg de instructies voor specifieke handelingen).

4. Gebruik een krik om de auto iets op te krikken (de krik moet op de daarvoor bestemde plek onder de auto staan). Plaats vervolgens de reservewielbeschermer onder de auto om te voorkomen dat de krik eraf valt en de carrosserie direct op de grond stoot (het wiel kan het beste omhoog worden geplaatst om krassen te voorkomen bij het indrukken). Vervolgens kunt u de krik opkrikken.

5. Draai de schroeven los en verwijder de band, bij voorkeur onder de auto, en plaats het reservewiel terug. Draai de schroeven vast, gebruik niet te veel kracht, maar draai de hoofdband met een beetje kracht vast. De auto staat immers niet bepaald stabiel. Let bij het vastdraaien van de schroeven op de diagonale volgorde. Zo wordt de kracht gelijkmatiger.

6. Maak de auto af en zet hem dan langzaam neer. Vergeet na de landing niet de moeren weer vast te draaien. Aangezien het borgmoment relatief groot is, is er geen momentsleutel en kunt u uw eigen gewicht gebruiken om de band zo ver mogelijk vast te draaien. Wanneer de situatie zich voordoet, past de vervangen band mogelijk niet op de oorspronkelijke plaats van het reservewiel. Zorg ervoor dat u een plek in de kofferbak vindt en deze vastzet, zodat de auto niet beweegt tijdens het rijden en het onveilig is om te bungelen.

Maar let op: vervang de band op tijd nadat u het reservewiel heeft vervangen:

● De snelheid van het reservewiel mag niet hoger zijn dan 80 km/u en de actieradius mag niet meer zijn dan 150 km.

● Zelfs als het een volwaardig reservewiel betreft, moet de snelheid worden gecontroleerd bij het rijden op hoge snelheid. De oppervlaktewrijvingscoëfficiënten van nieuwe en oude banden zijn inconsistent. Bovendien voldoet de aandraaikracht van de moer, door onjuist gereedschap, over het algemeen niet aan de eisen, en is rijden op hoge snelheid ook riskant.

● De bandenspanning van het reservewiel is doorgaans iets hoger dan die van de normale band. De bandenspanning van het reservewiel moet op 2,5-3,0 luchtdruk liggen.

● In een later stadium van de reparatie is het het beste om de band op de niet-aandrijvende band te leggen.


Plaatsingstijd: 12 juli 2021
DOWNLOADEN
E-Catalogus